Aan het begin van dit verhaal schreef ik over hoe ik mijn ouders zag. Maar er zaten veel verdrongen gevoelens. Ook al was ik er nu door de deeltijdtherapie slechter aan toe dan ooit; ik wist nu wel precies hoe ik in elkaar zat. De meeste mensen, zeker de psychologisch onderlegden, hebben zich nu al lang een beeld kunnen vormen van hoe het er bij mij thuis aan toe ging, maar ik zal toch nog even delen wat voor beeld ik nu van m’n ouders heb.
M’n moeder is een goed mens, en een lieve vrouw, die altijd klaar staat om me te helpen. Ik zocht bij haar altijd veiligheid. Ze praatte altijd veel tegen me, en dat vond ik erg leuk. Ze is er altijd voor me, maar ik voelde me soms een beetje beperkt in zelfstandigheid, ze deed dingen dan liever zelf voor me, dan dat ik het kon doen. En ze dacht liever voor mij, dan dat ze me zelf liet denken. En ze waarschuwde te veel voor van alles, en hield mijn autonomie tegen. Ze was ook wel regelmatig met haar eigen angsten, zorgen en praktische problemen bezig. Hierdoor had ik nooit echt het gevoel dat ze me goed zag. Bovendien moest ik vanaf m’n geboorte alle aandacht van haar delen met Lauren en zat ik in een soort symbiotische relatie met haar en Lauren, totdat ik klaar was met de kliniektherapie.
M’n moeder is lerares geweest en kon dingen altijd goed uitleggen, meestal ging het dan over kennis. Ze was toen ik klein was altijd erg enthousiast als ik iets goed kon en dat heb ik altijd erg gewaardeerd, sterker nog: ik wou indruk op haar maken, want daar reageerde ze zo goed op. Ook heb ik op oudere leeftijd altijd goed met haar over mezelf kunnen praten en al m’n angsten. Maar begrijpen waar het vandaan kwam, deed ze niet echt. Ik kreeg veel aandacht van haar als ik dingen goed kon, en als ik bang was, was ze er altijd voor me, maar als ik erg boos was, dan had ik niet het gevoel dat ze mij zag. En als ik me slecht gedroeg, verbond ze geen overtuigende consequenties aan m’n gedrag, en als het dan uit de hand liep, moest m’n vader haar in bescherming nemen. Ze kon zelf haar grenzen niet goed verdedigen, al voelde ze wel goed aan waar die lagen. Haar eigen boosheid naar buiten brengen op belangrijke momenten, kost haar moeite. Maar ik ben haar erg dankbaar voor al die jaren.
M’n vader is een goed mens en een lieve man. Hij had natuurlijk door de week z’n werk, en we zagen hem dan ’s avonds en in de weekenden. Hij was niet echt in contact, maar de momenten dat ik contact met hem had, was het erg leuk. Dan vertelde hij verhalen, of zong hij liedjes, of hij deed gek. Ik ben hem dankbaar voor de goede dingen, maar helaas overschaduwen wat het ouderzijn betreft de negatieve dingen de positieve dingen. Hij miste namelijk een overtuigende ouderrol. Hij gaf namelijk nooit op tijd grenzen aan als wij vervelend waren, alsof hij dacht dat dat vanzelf wel beter zou worden, en wij ons vanzelf wel gingen gedragen. Zo werkt het natuurlijk niet. En als wij dan vervelend waren en er kwamen geen grenzen, dan kon dat best wel uit de hand lopen, en dan zat hij z’n woede op te bouwen, en zodra ie dan in de gaten kreeg dat m’n moeder het moeilijk kreeg met ons, dan sprong ie dreigend op, en veranderde hij in een monster. Dan werden z’n gelaatstrekken helemaal anders, alsof hij echt iemand anders was! Hij was dan erg agressief en sloeg me dan recht in m’n gezicht, en schudde me door elkaar en als ik dan boos werd, dan kreeg ik er nog één, totdat ik volledig de mond gesnoerd was. Meestal werd ik dan naar m’n kamer gestuurd, en dan kwam ie na een tijdje naar boven. Dan dwong hij me m’n excuses aan te bieden met twee woorden aan m’n moeder of aan hem. Ook aan tafel was het vaak mis. Dan werd ik steeds bozer op m’n moeder, en als m’n vader hier dan wat van zei, dan was ik zo boos dat hij me weer tegenwerkte, als ik contact probeerde te maken met m’n moeder, dat ik alles naar hem richtte, en dan stond hij dreigend op om mij een lel te verkopen, of een draai om mijn oren.
Soms kreeg ik een pak slaag op m’n blote billen, heel vernederend. M’n moeder stond er meestal geschokt naar te kijken, en riep ‘HECTOR!!’ maar verder greep ze ook niet in. Spontane reacties maakte hem aan het schrikken. En voor ik het wist, had ik dan een dreun te pakken, of rende hij achter me aan om me daarna wild vast te pakken en te slaan.
En het ergste was dat ik toeschouwer was van hem als hij Lauren of Anton sloeg, herhaaldelijk, óók als ze boos waren. En vooral dat hij Lauren, m’n tweelingzus sloeg, vond ik nog erger dan wanneer hij mij sloeg. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik niet alleen een trauma had dat hij mij kapot maakt met z’n agressie, maar ook dat hij mijn zus kapot maakte. Ik kon m’n gevoelens niet bij hem kwijt, en ook niet bij m’n moeder omdat hij dat tegenhield, of omdat ze gekwetst was, dus dan richtte alles naar Lauren, met wie ik altijd de aandacht van m’n moeder moest delen. Dus het kwam vroeger vaak voor dat ik Lauren sloeg. Maar dan schrok ik zo van mezelf en dacht ik meteen aan m’n vader, ik identificeerde mezelf dan met hem, zodat dát ook een ernstig trauma werd. En toen ik dan 19 was, was ik rijp voor een therapeutische opname, en dat verhaal, dat is al aardig bekend nu!
Mijn ouders hebben op hun beurt ook weer hun negatieve dingen meegemaakt in hun leven, binnen hun gezin, die hen heeft beïnvloed en kwetsbaarder heeft gemaakt. Dat besef ik maar al te goed. Zo is hun gedrag ook te begrijpen. Voor hen is het waarschijnlijk op sommige momenten ook tegengevallen om drie kinderen onder controle te houden! In m’n vaders gezin was men ook altijd erg gericht op het moeten voldoen en mijn opa sloeg hem ook en hij schrok dan ook vaak van een spontane of boze reactie van mij, waardoor hij niet kon incasseren of mij kon begrenzen. Mijn moeder had ook haar ervaringen met het op een agressieve manier bestraft worden, waardoor ze kwetsbaar was en mijn vader niet kon corrigeren, en ons niet overtuigend kon begrenzen. Zoals ik al zei: het is allemaal te begrijpen, maar het is jammer dat het zo moest lopen, en ik praat het niet goed. Zulke persoonlijkheidsproblemen worden op deze manier doorgegeven van generatie op generatie. Gelukkig wordt daar tegenwoordig meer over gepraat (ook de supernannyprogramma’s dragen daar positief aan bij), en is het gebruikelijker om hulp te zoeken dan vroeger. En hierdoor kun je het probleem ook een halt toeroepen, zodat je het niet doorgeeft aan je kinderen. Mijn ouders vinden dit ook erg moeilijk, en hebben veel spijt dat het zo is gelopen, want ze zien in zo’n tv-programma hoe het ook anders kan. Mijn ouders doen altijd ongelooflijk hun best voor je, ze willen het beste voor je, en zouden zeker veel toegepast hebben wat ze horen en zien. Wellicht zouden ze zelfs overdreven veel bezig zijn met wat goed is voor het kind, zodat het kind overbeschermd wordt, maar dat is mijns inziens nog altijd beter dan onwetende ouders, die denken dat ze het goed doen, maar eigenlijk een heel kritieke en cruciale fout maken.