Eind 2010 ontmoet ik op het Activiteitencentrum waar ik al een aantal jaren met veel plezier werk, Eline, een jonge vrouw die 6 jaar ouder is dan ik. We worden verliefd, en zij geeft haar relatie er voor op, iets wat later een bijzonder hardnekkig patroon van haar blijkt te zijn. Ik ben zo ontzettend verliefd, dat ik het moreel gezien goedpraat, om maar met haar te kunnen zijn. Uiteindelijk zijn we samen en dat zorgt voor een hele mooie tijd. We sturen elkaar ellenlange mails, gewoon omdat we elkaar zo goed mogelijk willen zien, en zelf zo goed mogelijk gezien willen worden, omdat het daar toch aan heeft ontbroken in onze jeugd. Eline heeft ook psychische klachten, maar van een heel ander soort dan ik. Ik had voor mezelf besloten dat ik een vrouw wilde die wat stoerder was, wat sterker, en Eline voldeed daar prima aan. Het was een hele stoere meid. Ik was verslaafd aan intiem zijn met haar, en hield veel van haar, maar ze was soms een beetje op het antisociale af. Als ik daar geïrriteerd door raakte, dan reageerde ze niet echt met begrip, en wilde ze haar verantwoordelijkheid ontlopen. Toen we zoveel gedeeld hadden met elkaar, dan het een beetje ‘op’ was, ging ze zich wat meer op zichzelf richten. Ik kon daar moeilijk mee omgaan, obsessief dat ik was, en sprong regelmatig flink uit m’n vel, als ze weer iets antisociaals deed of zei. Ik kreeg dan steevast een reactie waar ik niet tegen opgewassen was. Maar mijn liefde voor haar was zo sterk, en ik vond het zo fijn met haar aan de andere kant, dat ik haar niet wilde opgeven. Maandenlang ging ik steeds verder achteruit. En iedere keer maakten we het weer goed, maar dit kon niet zo eindeloos doorgaan. Ze ging steeds meer afstand nemen, want ze vond mij benauwend.
Op een gegeven moment ging ze een maandenlange therapie doen. Ze ging op zichzelf wonen, en we zouden in relatietherapie gaan op die locatie. Ik herinner het me als een zeer sfeervolle tijd. Ik heb veel lange treinritten gevoerd naar die kliniek, en luisterde dan naar muziek van Rush, een Amerikaanse rockband. Eline zien was iedere keer zo ontzettend leuk. We klikten op zoveel vlakken. Maar wat bleef is dat ze door mijn woede steeds verder afstand nam, en de relatietherapie uiteindelijk uitliep op een ‘pauze in de relatie’. We kregen het over behoeftes in die therapie, en dat Eline misschien de behoefte had om versierd te worden. Dit vond ik belachelijk, want ik kan moeilijk de hele tijd positief naar haar zijn, het negatieve moet ook geuit kunnen worden vind ik. Uiteindelijk besloot ze het uit te maken.
Ik was ondertussen zover achteruit gegaan dat ik mijn zelfvertrouwen onderuit ging halen. Ik gaf het aan aan de relatietherapeut en hij wilde me een keer zien zonder Eline. Toen heeft ie toegegeven dat ie een fout heeft gemaakt, en dat ie niet gedacht had dat die therapie dit effect zou hebben.
Een aantal maanden later kreeg ik echter weer contact met Eline. Ik ging naar haar toe en begon haar een tijd lang als een gek te versieren. Toen het allemaal geen effect had, en ze nog steeds niet intiem met me wilde zijn, heb ik een grens gesteld en gezegd dat ik het anders opgeef en geen contact meer wil. En dat hielp, want toen wilde ze ineens wel. Toch frappant hoe dat kan werken. Voor het weer ‘aan’ was, had ze me echter nog iets op te biechten, en dat was dat ze seks had gehad met een andere jongen. Ik was ontzettend pissig, en wilde er bijna vandoor gaan, maar ze smeekte me om te blijven. Ik besloot toch om het nog eens te proberen (want de verliefdheid was nog steeds enorm, zo enorm dat ik mijn morele bezwaren weer opzij schoof). We hadden nog een aantal gemoedelijke weken. Totdat we ruzie kregen over iets kleins. Ik sprak uit dat ik grote twijfels had of ik hier wel mee door moest gaan. En toen werd ze wel zo boos, dat het mij alleen maar bevestigde. Ik had haar als het ware gebruikt om m’n zelfvertrouwen weer enigszins te herstellen, dus het was logisch dat ze boos was. Maar dat was het einde van onze relatie, die anderhalf jaar had geduurd.
Wat wel duidelijk was, was dat ik in grote nood verkeerde. Anders doe je niet zulke dingen, al ging dat op dat moment allemaal niet bewust. En zij heeft op haar beurt ook dingen gedaan die ze niet had moeten doen. Maar ik vond het echt jammer dat het zo liep, want ze was wel een zeer grote liefde voor mij.
Ondertussen was ik zover achteruit gegaan dat ik meer gesprekken nodig had. Een goede Belgische psychiater genaamd Dimphy Peeters ging mij helpen op de afdeling Angst- en Stemmingsstoornissen. Ze gaf me echt veel aandacht en verontschuldigde dat ik niet eerder bij haar terecht kon. Op een gegeven moment wist ze genoeg, en zag ze de ernst van de situatie, dus ze besloot in te grijpen. Ze maakte vervelende opmerkingen, net zo lang, totdat ik gigantisch uit m’n vel sprong tegen haar. Ze keurde het keihard af, en toen ik vervolgens aan het huilen was, keurde ze dat vervolgens ook nog af. Dit was ik niet gewend de laatste jaren. Ze hadden mij jarenlang heel voorzichtig aangepakt, om achteruitgang te voorkomen, maar als je eenmaal zover bent dat je je zelfvertrouwen gaat onderuit halen, wat zeer gevaarlijk is, dan is het tijd voor de harde aanpak.
Ik liep huilend over straat. Ik begreep waarom ze het deed, maar het voelde alsof ik weer de schuldige was in het verhaal, en ik alleen maar meer van dezelfde negativiteit over me heen kreeg. Ik vond niet dat ik het verdiende, maar nogmaals, ik begreep waarom ze het deed. Door het trauma op een gematigde manier te herhalen, kan ik gedwongen worden er anders mee om te gaan. Iets wat ze in de kliniek tenslotte ook hadden gedaan door de keiharde confronterende houding van mijn hoofdbehandelaar Anke van Brunssum destijds. Maar ik had echt het gevoel dat ik nu nooit meer boos mocht zijn. Wat er toen gebeurde is wel bijzonder: Ik mocht alleen nog maar lief zijn van mezelf.