Zo leef ik m’n leven dan, zonder enig bevredigend gevoel. Niks geeft me nog voldoening. Doordat iedereen in m’n leven zo tegen m’n behoeftes is ingegaan, zit ik met niet te vervullen behoeftes nu. Dit uit zich bijvoorbeeld bij het eten: ik voel de grens niet meer. Dus eigenlijk kan ik de hele tijd blijven eten. Maar bevredigen doet het me niet. Normale mensen denken: dat was lekker, zo is het genoeg. Ik denk: doet me niks, maar laat ik er mee doorgaan. Misschien komt het nog! Vandaar natuurlijk die hik-aanvallen waarover ik schreef. Het is gewoon om te ontsnappen aan het onbevredigde gevoel dat ik bij me draag. En heeft allemaal met mijn behoefte om gehoord te worden te maken, en om mensen de waarheid te zeggen. Dat is alleen met veel geweld afgekeurd in mijn verleden. Op zo’n erge wijze dat ik de voldoening verloren ben. Mijn comfortzone is al zo oncomfortabel, dat het moeilijk is om daarin überhaupt stappen te zetten. En nu kom ik ineens bij enge dingen…
Mensen in m’n omgeving gaan raar doen nu: Ik was bij het bloedprikken, en een wildvreemde man ging zitten (volgens mij kwam hij van de wc). Hij praatte tegen me, en ik praatte terug. En toen vroeg ik even later of hij vóór mij aan de beurt was, of dat ie later was binnengekomen? Hij zei niets terug tegen me en keek me strak aan, te lang. Ik vroeg of ie z’n tong verloren was? En toen wees hij naar de deur van de prikzuster en nog wat gebarentaal. Terwijl hij eerder wel gepraat had. Volkomen bizar. Ik zei dat ie maar voor moest gaan dan. Zulke mensen hebben het het hardst nodig, dacht ik, maar toen hij enthousiast opstond en naar de prikzuster liep, die alle mensen hartelijk welkom heette, was ik licht geïrriteerd. Toen ik vervolgens aan de beurt was, bleef de prikzuster met haar rug naar me toe in haar kamer zitten. Geen hartelijke wenk zoals bij de andere mensen. Ik bleef bij de deur staan, want ik dacht dat ze nog bezig was. En toen riep ze na een minuut dat ik binnen mocht komen hoor. Ja, zeg dat dan eerder. Mensen gaan allemaal bizar doen lijkt het ineens, als ze mij zien. Het zijn allemaal overgenomen mensen die je uitstraling zien, en je zwakke punten, en dan gaan ze je testen. Heel vervelend.
Hier thuis was er ook iets vreemds: tegen het vallen van de avond, stond ik van de bank op en keek even naar buiten. Zag ik daar de vriend van de overbuurvrouw, recht met z’n stoel voor het raam zitten, en hij keek me recht aan. En dat bleef hij doen. Ik schonk er geen aandacht aan en ging even wat anders doen. En later toen ik terugkeek, was hij alweer iets anders aan het doen. Maar vandaag, deed die overbuurvrouw precies hetzelfde toen de avond viel. Ze zat met haar stoel recht voor het raam, en keek me recht aan. Het jaagt me de stuipen op het lijf. Ik voel helemaal geen verdediging voor zulke dingen. En het voelt bijna bovennatuurlijk aan, wat ze met me proberen te doen. Dan voel ik me weer dat kleine jongetje van vroeger, dat zich onveilig waant in de wereld om hem heen, omdat ie z’n instincten zo wegdrukt. De wereld komt dan heel vreemd over, bijna surreëel, en het jaagt me echt de stuipen op het lijf. Dat de man bij de prikpost overgenomen was, weet ik wel zeker. Dat de overbuurvrouw en haar vriend overgenomen zijn, heb ik ook geen twijfel over. Maar het lijkt dat ze nu nog korter op me gaan zitten, met vreemde acties.
M’n zus stuurde me een berichtje dat ze op vakantie ging een paar dagen met een vriend, en toen heb ik even gechat met haar. We haalden wat herinneringen op over dat mensen toen (in de jaren ’80-’90) altijd deden alsof je moest schamen voor je gevoelens. Dat dat nu een stuk beter is op scholen. Ik was bijvoorbeeld een keer zomaar verdrietig. Ik weet het nog goed. Ik kon niet precies zeggen waarom. En toen de leraar vroeg waarom ik zat te huilen, verzon ik dat ik pijn aan m’n hand had (die zag een beetje blauw), maar dat was niet de echte reden, maar alleen dan was het blijkbaar legitiem. Terwijl ik juist iemand nodig had die doorvroeg wat er gebeurd was. Maar dat gebeurde niet. Ik las een aantal weken ook wat dingen die ik in m’n dagboekje had geschreven als kind. Had het een paar dagen bijgehouden. Meer ook niet. Maar daar is overduidelijk dat ik totaal niet benoem wat de dingen met me deden. Ik zei enkel maar: “Toen deed ik dit! Daarna dat! En toen gingen we eten! En toen gingen we slapen!” Maar wat ik daar allemaal van vond, werd niet duidelijk. Heel raar. In de klinische therapie in 2003 heb ik echt moeten leren om te beschrijven wat de dingen die gebeurden met m’n gevoel deden, want er was gewoon geen gevoel-verstandskoppeling. En dat kwam door het trauma.
Toen ik vandaag een filmpje zag waarbij kleine kindjes geblinddoekt hun moeder uit een rij van moeders moesten zoeken, door te voelen met hun handen aan de gezichten en handen van de moeders, brak ik weer. Ik dacht weer terug aan hoe ik me als klein jongetje bij m’n moeder voelde. Zo veilig aan de ene kant. Maar ze kwam niet voor me op, als m’n vader zo tekeer ging en mij of m’n broer en zus sloeg. Wat ook zo’n breuk in het vertrouwen was naar haar (en naar m’n vader natuurlijk). Bij alle dingen die gebeuren, komen deze herinneringen terug, alsof ik het niet los kan laten, en ik voel me altijd het kind dat lijdzaam toezag hoe alles gebeurde, en geen enkele invloed kon uitoefenen over z’n omgeving. Een absolute hel. En nu voel ik me gewoon raar. Het voelt eng! Ik ben angstig. Mensen doen eng! En ik voel me absoluut niet veilig. M’n binnenwereld is onveilig. Als ik me nog enigszins goed voelde, dan kon ik me verzetten tegen wat gebeurde in de buitenwereld. Dan was het allemaal niet zo onveilig, maar kon ik ook m’n stem laten horen. Maar die paden zijn niet uitgesleten in m’n persoonlijkheid. Er wordt automatisch al niet naar me geluisterd, dus ik probeer het niet eens. M’n binnenwereld is onveilig, niet de buitenwereld. En tja, dat is toch echt alles wat je hebt. Dat draag je overal mee naartoe. Dat kleurt alle blikken naar de buitenwereld!
Het doet me denken aan de momenten dat ik koorts had vroeger toen ik nog heel klein was. En bij m’n moeder zat. Ik zat in een soort donkere werkelijkheid waarbij ik als het ware aan het tellen was, en getallen voorbij zag komen, maar soms kwamen de verkeerde getallen, en dan moest het helemaal opnieuw. En ik kon hier maar niet uitkomen. Gelukkig had ik toen de warmte en veiligheid van m’n ouders die voor me zorgden, maar dat surreële gevoel is hetzelfde als wat ik nu heb. Ook de keren dat ik aan het slaapwandelen was, en ineens beneden bij m’n ouders was, gaven dat zelfde onbestemde gevoel. Het gevoel dat je in allerlei enge spirituele werelden zit, waarin je niet tegen de gebeurtenissen opgewassen bent, en als het ware de controle bent verloren. Het zijn enge werkelijkheden. Om je mannetje te staan in de spirituele werelden (die we bezoeken tijdens dromen, of tijdens koorts, of tijdens uittredingen) heb je ook de beleving van je agressie nodig. Het wegdrukken ervan zorgt er echter juist voor dat je deze spirituele kant van de werkelijkheid ook ontdekt, want het is de dood van de spirituele wereld als je je agressie helemaal omarmt en naar je hoofd laat stijgen. Maar het te vroeg loslaten van je agressie onder dwang zorgt ervoor dat je bang bent in deze spirituele werelden. Mensen zeggen vaak dat de hemel spiritueel is en de hel materieel/materialistisch. Maar voor mij was het altijd andersom. Ik was altijd bang in de spirituele wereld en compenseerde dat na mijn klinische therapie met een hoop agressie. Toen was ik zo materialistisch als het maar zijn kon, en nam ik bij alle spirituele verschijnselen de houding van bijvoorbeeld Richard Dawkins aan: “Bollocks!” “Nonsense!” en meer van die afwijzende termen. Eigenlijk ontken je dan de helft van de werkelijkheid. Een balans is altijd waarnaar je moet streven. Maar dat voelde voor mij wel als heel fijn, want ik had eindelijk de ruimte die ik zo nodig had. En hoe ik me nu voel, voelt regelmatig als de hel. Omdat het zo’n onderdrukte staat is. Maar dat hoeft het niet te zijn! Want die stap die ik als klein kind a l maakte, het wegdrukken van m’n agressie, is als die op wat hogere leeftijd gemaakt wordt, perfect op z’n plaats. Je krijgt dan oog voor de spirituele wereld, en je ego is voldoende intact dat je die werkelijkheid aankunt zonder angst. Zo had ik het best wel willen ervaren, want dan is het perfect op z’n plaats. Maar zoals ik het nu heb ervaren, is het echt vreselijk. Heel moeilijk om dan nog dankbaar te blijven voor wat je nog wel hebt, want ik heb nog wel een aantal dingen, waar ik tevreden mee kan zijn. Al proberen al die overgenomen mensen één voor één alles van me af te nemen…